Fair Practice Code, Code Diversiteit+Inclusie & Code Good Governance Cultuur

Het Jopie Huisman handelt conform de Fair Practice Code, de Code Diversiteit & Inclusie en de Code Good Governance Cultuur. Op deze pagina wordt de wijze waarop wij deze codes toepassen nader toegelicht.

Fair Practice Code en Code Diversiteit & Inclusie

Het Jopie Huisman Museum stelt zich ten doel cultureel erfgoed, vervaardigd door Jopie Huisman, te bewaren, verzamelen, conserveren, onderzoeken, ontsluiten en te reproduceren (reproducties, giclées e.a. afbeeldingen). Daarnaast zien wij het als onze taak om de denkwijze, de filosofie en de visie van onze naamgever uit te dragen. De kernthema's zijn duurzaamheid, natuur en mededogen.

De stichting heeft een professionele staf en een bestuur. Deze volgt de Code of Cultural Governance. De stichting heeft de culturele ANBI status. Het Jopie Huisman Museum is een culturele onderneming. We kunnen niet leunen op structurele subsidies, maar genereren onze eigen inkomsten. Deze bestaan uit: entrees, onze museumwinkel (off- en online), het museumcafé, giften, incidentele steun (van fondsen, gemeente etc.) en vooral ondersteuning van de Vrienden, de Fiskklub en de Jopie Huisman Foundation.

De organisatie heeft een omvang ca. 3 fte. Daarnaast zijn ca. 50 vrijwilligers aan het museum verbonden en is er de afgelopen jaren geïnvesteerd in een flexibele schil bestaande uit ZZP’ers en bedrijven uit Workum en de directe regio.

Wij streven naar een diverse en inclusieve organisatie. Vanuit het principe van duurzaamheid wordt in alle facetten van de organisatie en bij alle keuzes een duurzaamheidsscan toegepast. Dit doen we niet alleen vanuit de principes van de genoemde codes, maar ook vanuit de filosofie van Jopie Huisman. Deze is gestoeld op drie kernthema’s: duurzaamheid, natuur en mededogen. Feitelijk zitten daarom de principes van de Fair Practice Code in onze genen.

Het Jopie Huisman Museum hanteert, in het kader van Fair Practice Code en Code Diversiteit & Inclusie, de volgende uitgangspunten, gebaseerd op de vijf kernvoorwaarden: solidariteit, diversiteit, vertrouwen, duurzaamheid en transparantie.

* Een eerlijke, duurzame en transparante bedrijfsvoering waarin respectvol, solidair en in vertrouwen met de belangen van alle betrokkenen rekening wordt gehouden.
*  Betaling van een passende en marktconforme vergoeding, zowel aan de staf als aan ingehuurde vakmensen en kunstenaars. Hierbij worden de relevante cao’s en honorariumrichtlijnen aangehouden. Betaling van (freelance) medewerkers geschiedt, indien er geen cao is, redelijk en eerlijk. Dit geldt ook voor auteursrechtvergoedingen.
* Samenwerkingen aangaan met andere musea. Wij adviseren en ondersteunen diverse musea in de regio en hebben zitting in het bestuur van de Museumcoöperatie Súdwest-Fryslân.
* Samenwerkingen aangaan met maatschappelijke partijen die onze visie op duurzaamheid, natuurbeheer en mededogen mede uitdragen.
* Samenwerkingen aangaan met onderwijsorganisaties door middel van stageplaatsen, gastcolleges en het beschikbaar stellen van onze accommodatie.
* Expliciet aandacht schenken aan inclusiviteit op basis van culturele of etnische achtergrond, gender, seksuele geaardheid, leeftijd, kennis en vaardigheden en sociaaleconomische achtergrond.
* Zorgdragen voor betrokkenheid van vrijwilligers, bestuur en staf bij de beleidsmatige beslissingen van het museum. De meningen, opinie, ervaringen van alle partijen worden meegenomen in onze besluitvorming.
* Toekomstgericht beleid hanteren dat inzet op groei en ontwikkeling van menselijk kapitaal. Onder andere door het stimuleren en faciliteren van scholing, passend HR-beleid en afspraken over verzekering en pensioenen.
* Bereiken van nieuwe doelgroepen. Na een grondige analyse hebben we een aantal doelgroepen geselecteerd. Met, voor iedere doelgroep een andere, gerichte marketingtools willen we deze doelgroepen bereiken.

Code Good Governance Cultuur

Bewust omgaan met governance is essentieel voor de continuïteit van een museum als het onze. De Governance Code Cultuur biedt ons een werkzaam en praktisch kader voor goed bestuur en toezicht. Door de Code te hanteren tonen we aan dat wij de gangbare standaarden voor goed bestuur en toezicht volgen. Bovendien is het voor ons een prima beleidsmatig uitgangspunt en controlemiddel. Wij hebben, conform het beproefde model, de principes uitgewerkt voor het Jopie Huisman Museum.

Principe-1

Waarde scheppen voor en in de samenleving

 

*Visie, toepassing, opmerkingen en acties Stichting Jopie Huisman Museum, hierna te noemen: SJHM

De organisatie realiseert haar maatschappelijke doelstelling door culturele waarde te creëren, over te dragen en/of te bewaren.

  1. De organisatie heeft een professioneel bestuur en geeft ruimte aan betrokkenheid van belanghebbenden.

Wordt onderschreven en naar gehandeld, dit geldt voor alle aanbevelingen bij dit principe.

  1. De organisatie realiseert haar maatschappelijke doelstelling op een duurzame en bedrijfsmatig verantwoorde wijze en waarborgt de artistieke integriteit.

 

  1. De organisatie kent een integere en open cultuur. Bestuursleden dragen dat uit en vervullen aldus een voorbeeldfunctie.

 

  1. De maatschappelijke omgeving van de organisatie is divers, evenals de kring van externe belanghebbenden. Bestuursleden zijn zich hiervan bewust en gaan bij het realiseren van de maatschappelijke doelstelling zorgvuldig en op evenwichtige wijze om met de verschillende belangen.

 

  1. Bij (mede) financiering door private partijen blijft de maatschappelijke doelstelling van de organisatie centraal staan. Eventuele exploitatieoverschotten vloeien terug naar het eigen vermogen van de organisatie. Van financiers wordt verlangd dit te respecteren.

 

 

   

Principe-2

Waarde scheppen voor en in de samenleving

Aanbevelingen

Visie, toepassing, opmerkingen en acties SJHM

De organisatie past de principes van de Governance Code Cultuur toe. 

De organisatie volgt de aanbevelingen op en wijkt  daar alleen gemotiveerd van af.

 

 

  1. Hoe de organisatie de aanbevelingen uit de Code precies toepast, hangt samen met de specifieke situatie en de aard van de organisatie en sluit aan bij omvang, rechtsvorm en besturingsmodel van de organisatie.

 

De SJHM kent het bestuursmodel waardoor een aantal principes zijn aangepast volgens de aanwijzingen van het governance model. Waarnodig wordt in deze kolom verwezen naar de statuten van de Stichting.

  1.  

 

  1. In de organisatie heeft het bestuur de verantwoordelijkheid voor het naleven van de Code. Het bestuur neemt het initiatief voor het verankeren van de Code in de organisatie en draagt zorg voor het naleven van de Code door de organisatie en houdt toezicht op het naleven van de Code en evalueert dit jaarlijks.

Plan van aanpak hiervoor zal worden opgesteld en uitgevoerd periode 2021-2022.

  1. Het jaarverslag maakt melding van de rechtsvorm en het besturingsmodel van de organisatie.

Wordt uitgevoerd in jaarverslag 2020.

  1. De verantwoording in het jaarverslag – dat ook op de website van de organisatie wordt geplaatst – gaat in ieder geval over:
    • de wijze waarop de organisatie de principes en aanbevelingen van de code heeft toegepast;
    • de wijze waarop de organisatie overleg heeft gevoerd met de interne en externe belanghebbenden
    • het functioneren van het bestuur en de wijze waarop is omgegaan met dilemma’s en situaties van belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang;
    • de toepassing van het beleid ten aanzien van risicobeheersing en interne controle;
    • het beloningsbeleid, de beloning,zittings-termijn en (neven)functies van bestuursleden;

Wordt vanaf jaarverslag 2021 een aanvang meegemaakt en is naar verwachting in 2023 afgerond.

Principe-3

Integer en rolbewust handelen

Aanbevelingen

Visie, toepassing, opmerkingen en acties SJHM

Bestuursleden zijn onafhankelijk en handelen integer. Zij zijn alert op belangenverstrengeling, vermijden ongewenste belangenverstrengeling en gaan op een transparante en zorgvuldige wijze om met tegenstrijdige belangen.

  1. Bestuursleden zorgen voor een cultuur van openheid en aanspreekbaarheid binnen de organisatie.

 

Wordt onderschreven en naar gehandeld.

  1. Bestuursleden vergewissen zich van de onafhankelijkheid van hun leden en hebben geen zakelijke of artistieke belangen of relaties met de organisatie anders dan als bestuurslid. Zij aanvaarden zonder voorafgaande goedkeuring geen (neven)functies die gezien de aard of het tijdsbeslag raken aan hun functioneren.

 

Nevenfuncties nog discussie in bestuur.

  1. Bestuursleden laten het belang van de organisatie prevaleren boven eigen belangen en onthouden zich van persoonlijke bevoordeling van henzelf of hun naasten.

Wordt onderschreven en naar gehandeld.

  1. De organisatie hanteert spelregels om belangenverstrengeling in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren, om ongewenste belangenverstrengeling te vermijden en om te waarborgen dat bestuursleden op een transparante en zorgvuldige wijze omgaan met eventuele tegenstrijdige belangen.

Wordt onderschreven en naar gehandeld.

Spelregels moeten nog worden opgesteld.

  1. Bestuursleden melden elke vorm van (mogelijke) belangenverstrengeling en (potentieel) tegenstrijdig belang aan de voorzitter van het bestuur en verschaffen daarover alle relevante informatie. Het bestuur besluit dan buiten de aanwezigheid van de betrokkene of er sprake is van ongewenste belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang en treft passende maatregelen. Het bestuur geeft hierover openheid binnen de organisatie en naar externe belanghebbenden.

Wordt onderschreven en naar gehandeld.

 

  1. Als op basis van een melding geconstateerd wordt dat er sprake is van ongewenste belangenverstrengeling zorgt het betrokken bestuurslid ervoor dat deze belangen- verstrengeling zich niet voordoet of zo snel mogelijk wordt opgeheven. Het bestuur ziet hierop toe en neemt maat- regelen wanneer de betrokken bestuurslid hierin nalatig is.

 

Wordt onderschreven.

  1. Als er sprake is van tegenstrijdige belangen neemt het betrokken bestuurslid niet deel aan de voorbereiding, beraadslaging, besluitvorming en uitvoering van deze zaken.

 

Wordt onderschreven.

 

  1. Besluiten tot het aangaan van transacties of relaties waarbij tegenstrijdige belangen van bestuursleden (kunnen) spelen, behoeven vooraf goedkeuring door het bestuur. Het bestuur legt deze besluiten schriftelijk en met een motivering vast en rapporteert hierover in het jaarverslag.

 

Wordt onderschreven.

Principe-4

Integer en rolbewust handelen

Aanbevelingen

Visie, toepassing, opmerkingen en acties SJHM

Bestuursleden zijn zich bewust van hun eigen rol en de onderlinge verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en handelen daarnaar.

 

  1. Het bestuur stelt de rechtsvorm en het besturingsmodel van de organisatie vast. De organisatiestructuur en financiële inrichting zijn helder en maken een eenduidige toedeling mogelijk van de bestuurlijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

 

Vastgelegd in de statuten. Financiële inrichting is beschreven.

  1. De leden van het bestuur hebben gezamenlijk en ieder afzonderlijk een eigen verantwoordelijkheid om alle informatie te vragen die zij nodig hebben om hun rol goed te kunnen vervullen. Het bestuur kan informatie vragen aan functionarissen van de organisatie en aan de externe accountant.

 

Wordt onderschreven.

  1. Het bestuur bevordert, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, de betrokkenheid van de medewerkers bij het beleid van de organisatie. Zij maken afspraken over de omgang met het medezeggenschapsorgaan.

 

Wordt onderschreven.

Medezeggenschap aandachtspunt, OR niet vereist?

 

   

Principe-5

Zorgvuldig besturen

Aanbevelingen

Visie, toepassing, opmerkingen en acties SJHM

Het bestuur is verantwoordelijk voor de algemene en dagelijkse leiding, het  functioneren en de resultaten van de organisatie.

 

  1. Het bestuur handelt bij de vervulling van zijn taak steeds vanuit het perspectief van de maatschappelijke doelstelling van de organisatie. Het bestuur weegt daarbij de artistieke en zakelijke belangen van de organisatie en die van de interne en externe belanghebbenden op zorgvuldige en evenwichtige wijze af.

Wordt onderschreven.

  1. Het bestuur zorgt ervoor dat de artistieke integriteit en onafhankelijkheid die voor een culturele organisatie wezenlijk zijn, worden gewaarborgd. Het bestuur doet dit zowel intern als in de verhouding met subsidiënten, sponsoren, private en overige financiers.

Wordt onderschreven.

  1. Het bestuur bevordert goede wederzijdse betrekkingen met de interne en externe belanghebbenden. Het bestuur stelt vast wie de belangrijke externe belanghebbenden zijn en voert daarmee periodiek overleg, gericht op het verwerven van vertrouwen, draagvlak en legitimiteit.

Wordt onderschreven. Invulling nodig!

  1. Het bestuur kan intern taken, aandachtsgebieden en verantwoordelijkheden verdelen. In dat geval legt het bestuur zijn onderlinge taak-, verantwoordelijkheids- en bevoegdheids- verdeling en werkwijze vast in het bestuursreglement.

Wordt onderschreven. Bestuursreglement moet dan worden opgesteld.

  1. Bestuurders zorgen dat zij goed toegerust zijn voor een adequate vervulling van hun functie en blijven daartoe steeds aan hun eigen ontwikkeling werken.

Wordt onderschreven.

 

   

Principe-6

Zorgvuldig besturen

Aanbeveling

Visie, toepassing, opmerkingen en acties SJHM

Het bestuur gaat zorgvuldig en  verantwoord  om met de            mensen en de middelen van de  organisatie.

 

  1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving, het artistiek en zakelijk beleid en het beheersen van de risico’s die verbonden zijn aan de activiteiten van de organisatie en haar medewerkers. Het bestuur voert hierin een op de organisatie toegesneden beleid, in het bijzonder voor risico- beheersing en controle.

Wordt onderschreven.

  1. Het bestuur handelt als goed werkgever: het schept de rand- voorwaarden voor een goede en veilige werkomgeving, betrekt hierbij de interne belanghebbenden en stelt een interne gedrags- of integriteitscode op. De Code Culturele Diversiteit en de Fair Practice Code vormen hierbij het uitgangspunt.

Wordt onderschreven.  

  1. Het bestuur maakt het mogelijk dat medewerkers vermoedens van misstanden en onregelmatigheden zonder risico voor hun positie kunnen melden bij een vertrouwenspersoon of bij de voorzitter van het bestuur als deze onregelmatigheden het bestuur zelf betreffen.

 

  1. Het beloningsbeleid voor de medewerkers van de organisatie past bij de aard, omvang en maatschappelijke doelstelling van de organisatie en stemt overeen met wettelijke voorschriften en (waar van toepassing) subsidievoorwaarden.

Wordt onderschreven en uitgevoerd. Museum CAO wordt gevolgd, aparte pensioenregeling.

 

   

Principe-7

Goed bestuur

Aanbeveling

Visie, toepassing, opmerkingen en acties SJHM

Het bestuur voert zijn bestuurlijke en werkgeversrol op een professionele en onafhankelijke wijze uit.

 

  1. Het bestuur benoemt de externe accountant, telkens voor een periode van maximaal vier jaar. De externe accountant brengt ten minste eenmaal per jaar in de vergadering van de raad van toezicht verslag uit van zijn bevindingen. De externe accountant krijgt vanuit de organisatie geen opdrachten die zijn onafhankelijke controlewerkzaamheden in gevaar zouden kunnen brengen.

Account controleert elk jaar de jaarrekening.

  1. Het bestuur is verantwoordelijk voor het  eigen functioneren. In een reglement legt het bestuur de onderlinge taakverdeling en werkwijze vast. Ieder  bestuurslid moet voldoende tijd hebben voor een goede taakvervulling.

Wordt onderschreven, geen reglement aanwezig.

  1. Het bestuur bespreekt zijn functioneren ten minste eenmaal per jaar.  Aan de orde komen: het functioneren van het bestuur en de onderlinge samenwerking tussen de leden van het bestuur. Het bestuur rapporteert hierover in het jaarverslag.

 

  1. De voorzitter heeft bijzondere taken: hij/zij bereidt de agenda voor, leidt de vergaderingen en zorgt voor een zorgvuldige besluitvorming in het bestuur. De voorzitter bewaakt het goed functioneren van het bestuur, collectief en individueel. De voorzitter is eerstverantwoordelijke voor de evaluatie van het bestuur. De organisatie zorgt voor een goede ondersteuning van de voorzitter.

Wordt onderschreven.

  1. In situaties waarbij sprake is van (mogelijke) belangenverstrengeling, tegenstrijdig belang, onderlinge conflicten of calamiteiten bevordert de voorzitter een zorgvuldige behandeling en besluit- vorming door het bestuur. Hij is in zulke situaties het eerste aanspreekpunt voor het bestuur en de externe belanghebbenden.

Wordt onderschreven.

 

   

Principe-8

Goed toezicht uitoefenen

Aanbevelingen

Visie, toepassing, opmerkingen en acties SJHM

Het bestuur is verantwoordelijk voor zijn samenstelling en waarborgt daarbij deskundigheid, diversiteit en onafhankelijkheid.

 

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie leden. De samenstelling is zodanig dat hij zijn bestuurlijke en werkgeversrol naar behoren kan vervullen. Het bestuur waarborgt de onafhankelijkheid, deskundigheid en diversiteit in zijn samenstelling. De aandacht gaat onder meer uit naar kennis van het culturele veld, de zakelijke aspecten van de organisatie en ondernemerschap.

 

SJHM; tenminste 5 leden (art. 4 lid 1).

  1. De organisatie maakt vacatures in het bestuur openbaar en werft nieuwe bestuursleden op basis van profielschetsen en via een transparante procedure. Periodiek herijkt de raad van toezicht de profielschetsen op basis van externe omstandigheden en aan de hand van de actuele strategische koers van de organisatie.

 

Te bespreken binnen bestuur. Een aantal bestuurszetels worden ingevuld vanuit groeperingen vanuit de organisatie zelf (vrijwilligers) en de Vriendenkring.

  1. Elk bestuurslid moet het algemeen, artistiek en zakelijk beleid van de organisatie op hoofdlijnen kunnen beoordelen. Daarnaast draagt elk bestuurslid met eigen specifieke deskundigheid bij aan de kennis en expertise waarover het bestuurslid overeenkomstig zijn profielschets moet beschikken.

 

Wordt onderschreven.

  1. De maximale zittingstermijn voor bestuursleden bedraagt tweemaal een periode van ten hoogste vier jaar. De organisatie legt dat statutair vast. Herbenoeming van een bestuurslid vindt plaats via een zorgvuldige procedure. Een evenwichtige samenstelling van het bestuur, de actuele profielschets en een evaluatie van het functioneren van het betrokken bestuurslid vormen hiervoor de basis.

 

Idem SJHM art. 4 lid 3

 

   

*Het toepassen en in de praktijk brengen van de code Good Governance is een continu en structureel proces waaraan met een zekere regelmaat wordt gewerkt. Vandaar de opmerkingen in de derde kolom.